Trots zijn op je werk 

Werk maakt een belangrijk deel uit van ons leven. Mensen ervaren een goed gevoel als ze dingen doen waar ze trots op zijn en een bijdrage kunnen leveren aan een gezamenlijk bedrijfsdoel. Vooral het gevoel dat je weet wat je doet en dat je de kneepjes van het werk beheerst geeft een gevoel van vakmanschap.

Helaas is in veel fysieke beroepen het gevoel van vakmanschap te weinig aanwezig. En dat terwijl er vaak enorm veel komt kijken bij de uitoefening van het werk. Door meer accent te leggen op de uitvoering van het werk en de bijdrage en prestatie die de medewerker levert worden de beleving van het werk en de geleverde resultaten direct verbeterd. Dat levert ook voor de organisatie allerlei voordelen op: betere kwaliteit, efficiëntie en meer betrokkenheid.

4 fasen van professionalisering

Het gevoel van vakmanschap is er niet zomaar. Om dit te bereiken is een professionaliseringstraject nodig dat bestaat uit een aantal fases.  

1.   Profileren van het werk; het beschrijven van het werk en de benodigde vaardigheden

2.   Opleiden; Het opleiden van interne coaches en medewerkers

3.   Onboarding; Het inrichten van een onboardingsprogramma

4.   Borging; Het inrichten van een borgingsprogramma

Het werk langer en met plezier volhouden

In alle opleidingstrajecten die gericht zijn op het verbeteren van het vakmanschap zijn effecten te zien op inhoudelijk en organisatorisch vlak en in de werkbeleving. Inhoudelijk wordt de medewerker gewoonweg beter in de uitvoering van zijn werk. In de organisatie van het werk ontstaat een betere afstemming en samenwerking tussen medewerkers, teams en afdelingen. Het effect op de werkbeleving is misschien wel het belangrijkste in het kader van “Duurzaam Fysiek Werk’. Door van het werk een vak te maken ontstaat bij medewerkers het gevoel van vakmanschap en gepaste trots, zodat ze het werk langer en met meer plezier kunnen volhouden.