Wanneer je fysiek werk aanbiedt, is het van belang om de risico's voor de medewerkers goed in kaart te hebben. Op deze manier kan je werken aan een gezonde en veilige werkplek voor je medewerkers. Zeker wanneer er veel getild wordt, medewerkers onder kniehoogte of boven schouderhoogte moeten werken of dat er handmatig met karren of rolcontainers gewerkt wordt, is een verdiepend onderzoek fysieke belasting, met bijbehorend plan van aanpak nodig.
De eerste stap kun je zelf zetten. Het begint namelijk met de vraag of er sprake is van risico's op het gebied van fysieke belasting. Dat kan je in kaart brengen met de checklist fysieke belasting van TNO. Dit geeft een indicatie waar de risicogebieden liggen in jouw organisatie. Ligt het risico met name op tillen of dragen, duwen en trekken of juist hand-arm taken? Daarnaast wordt er ook een eerste beoordeling gemaakt van de mogelijke ongunstige werkhoudingen of juist beeldscherm taken.
De checklist fysieke belasting van TNO doorlopen is voor een volledige RI&E fysieke belasting niet voldoende. Wanneer er sprake is van mogelijke knelpunten, dan is een verdiepend onderzoek noodzakelijk. In artikel 5.3b van het arbeidsomstandighedenbesluit staat dat er een beschrijving moet komen van:
Ook zal er onderzoek gedaan moeten worden om te bepalen of de werkzaamheden vallen binnen de gezondheidskundige grenswaarden. Hierbij is het van belang dat de door TNO gevalideerde meetmethoden worden gebruikt. Hierbij kun je denken aan de:
Daarnaast worden de NIOSH methode (ISO 11228-1) en de KIM (Key Indicator Method) meetmethodes ook door de arbeidsinspectie als gevalideerde methoden gezien.
Wanneer de risico's helder zijn, is de volgende stap een plan van aanpak maken. De verbetermogelijkheden dienen volgens de TOP strategie te worden ingezet. Hiermee wordt het volgende bedoeld:
De eerste gedachte moet dus zijn: kunnen we het risico niet helemaal wegnemen. Door bijvoorbeeld automatisering of robotisering. Wanneer het wegnemen van het risico niet lukt, dan kan je inzetten op bijvoorbeeld tilhulpmiddelen of werkplekken op hoogte brengen. De volgende stap is om organisatorische oplossingen te zoeken zoals taakroulatie of extra pauze inlassen. Als derde kan er gezocht worden persoonlijke verbeteringen. Dit kan gericht zijn op de individuele werkplek of het inzetten van bijvoorbeeld een exoskelet.
Voorlichting en scholing zijn altijd van belang om ervoor te zorgen dat werknemers de risico’s herkennen, weten hoe het werk goed uitgevoerd moet worden en hoe en wanneer hulpmiddelen gebruikt moeten worden. De basis van het werk is een goede werkinstructie. Om deze reden staat dit onderdeel enigszins los van de TOP-strategie: het moet altijd worden gegeven.
Als het plan van aanpak er is, begint het echte werk: Aan de slag met het verminderen van de fysieke belasting. Dat is vaak de grootste uitdaging. Belangrijk is om dit samen met de medewerkers van de werkvloer in te zetten. Een mooie aanpak kan zijn om te werken met ergocoaches. Dit zijn je eerste ambassadeurs naar de werkvloer. Ze kunnen meedenken in oplossingen en deze samen met de medewerkers van de vloer testen. De ergocoaches kunnen naar de toekomst ook een mooie rol spelen in de borging van de aandacht van fysieke belasting. Ze kunnen blijvend collega's ondersteunen en coachen om het thema onder de aandacht te houden. Zo ontstaat er stap voor stap een cultuur van Duurzaam Fysiek Werk!